Op woensdag 15-02-2012 gaf Tinde van Andel van NCB Naturalis college over de bewoners van Tropische woudreuzen, dit keer in de Hortus botanicus Leiden.
Wie is er bang voor boomgeesten?
Die vraag stelt Tinde van Andel eerst maar even aan de kidsstudenten. Geen één kind steekt z’n vinger op. “Dát is cool” roept een kind. Niemand is hier bang voor geesten! Maar ze vinden het allemaal wel heel interessant. Vandaag krijgen ze alles te horen over de bosgeesten, luchtgoden, slangengoden en heksen die volgens mensen in andere culturen in tropische woudreuzen leven. Als er in deze heel grote bomen boomgeesten zitten, wordt de boom als heilig gezien.
Hoe weet je welke bomen heilig zijn?Dit is mooi te zien in de PowerPoint van Tinde. “Kijk, dit is een baobab-boom. Je kunt zien dat dit een heilige boom is doordat alles eromheen is gekapt, maar deze ene boom niet. Als mensen geloven dat een boom heilig is durven ze de boom niet te kappen, ook niet als die in de weg staat.” Alles wordt om de boom heen gebouwd. Zo kan er bijvoorbeeld een weg omheen gelegd zijn of een markt. Sommige mensen geloven dat er heksen wonen op de horizontale takken van bepaalde bomen. En dat er halverwege een slangengeest in de boom zit, en een luchtgod helemaal bovenin! Zo’n boom kan je dan maar beter niet omhakken!
Kunt u vertellen welke boomgeesten er zijn?Er zijn veel verschillende boomgeesten. Hoewel ze er in elk land anders uitzien en een andere naam hebben, lijken ze wel op elkaar. Op de horizontale takken van sommige heilige bomen zitten heksen die ’s nachts rond de boom vliegen, rare piepgeluiden maken en bloed drinken. Bovenin de boom zit de luchtgod, die gaat over oorlog, bliksem en ijzersmeden. Deze is meegevlogen uit Afrika en neemt de vorm aan van een roofvogel. Hij houdt van de kleur wit. Sommige mensen krijgen berichten van hem door. Zij verkleden zich als luchtgod en geven zijn berichten door. Tot slot leeft tussen de wortels van de boom de Apuku. Zijn voeten staan verkeerd om, hij is harig, weet heel veel van planten en woont tussen de wortels van de boom.
Wie geloven er in de geesten van de tropische woudreuzen?
Veel Afrikanen en mensen van Afrikaanse afkomst in het Caribisch gebied. In de 17e, 18e en 19e eeuw zijn tien miljoen Afrikanen naar Amerika verscheept. Ze mochten geen spullen meenemen. Het enige wat ze bij zich hadden was hun herinnering en hun kennis. Ze kwamen in Amerika op plantages te werken als slaven. Sommige slaven vluchtten naar het oerwoud en moesten daar zien te overleven. Zij werden marrons genoemd. Om te overleven gebruikten ze de natuur. Zij zagen bijvoorbeeld een aapje drinken uit een bijzonder soort plant, waar water in blijft staan. Dit gingen zij ook doen als ze dorst hadden.
Veel dieren en natuurverschijnselen in het oerwoud konden de marrons niet plaatsen waardoor zij geloofden dat dit boomgeesten waren. Sommige bomen hebben bijvoorbeeld bloemen die alleen ’s nachts bloeien. Als de bloemen ’s nachts open gaan ruiken ze heel lekker en komen er vleermuizen op af. Deze beesten maken net als de heksen rare piepgeluiden, kunnen bloed drinken en hangen aan horizontale takken. De heksen, waar ze in geloven, zijn dus eigenlijk gewoon vleermuizen! Die rare, harige, donkere wezentjes waar ze in geloven, zijn gewoon chimpansees. Ook al komen die niet in Zuid-Amerika voor, in de herinnering van de mensen bestaat hij nog wel. “Eigenlijk is het toch gewoon een natuurgodsdienst?” merkt een jongen op. Maar, zegt Tinde, soms beschermt het geloof in geesten de bomen ook tegen omkappen.
Gelooft u zelf in boomgeesten? Of toen u klein was, geloofde u toen in boomgeesten?
Toen ik klein was niet. En nu eigenlijk ook niet. Maar voor de natuur zou het wel goed zijn als mensen geloven in boomgeesten, omdat ze dan niet zoveel bomen omkappen.
Zo zorgt het geloof in boomgeesten dus eigenlijk ook voor een beetje natuurbescherming. Een van de kinderen is het daar wel mee eens: “Er sterven ook soorten uit als mensen veel bomen kappen, dat is best zonde.”
Misschien is het soms dus toch beter om wel in de boomgeesten te geloven!
“Mogen we ook nog even naar de vleesetende planten kijken?”
Er is nog tijd over dus we kunnen nog wel even boven gaan kijken. Tinde gaat met de kinderen de trap op, want bovenin zijn de vleeseters te zien!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten