De Leidse musea geven colleges aan leergierige kids van 8 tot 12 jaar in de Museum Jeugd Universiteit. Vorige week gaf bioloog en varenspecialist Peter Hovenkamp in de Hortus botanicus in Leiden antwoord op de vraag of planten kunnen schieten.
Was er geknal te horen tijdens je college?
‘Nee, wel heel veel beweging te zien. Van wegschietende sporen, zaden, stuifmeel... fantastisch om te bekijken.’
Wie is kampioen?
‘Er is een tropische boom, Hura crepitans, die zijn zaden wel 40 meter ver kan schieten met een snelheid van 150 kilometer per uur. Da’s harder dan een auto op de snelweg mag; het is vergelijkbaar met de uittrap van een doelman tot ongeveer de helft van het veld! Aan de andere kant van de schaal zijn er planten die minuscule sporen wegschieten tot een afstand van wel 1 mm, met snelheden die niet hoger zijn dan een paar kilometer per uur. Je zou denken dat hoe lichter iets is, des te makkelijker het ver weg geschoten kan worden. Maar het is net als met een sneeuwbal: een stevige bal gooi je ver, een handje losse sneeuw valt na een klein stukje neer. Kleine dingen zoals losse sneeuwkristallen hebben meer last van de luchtweerstand. Twee tot vijf centimeter weggeschoten worden is al een heel eind voor een spore.’
Je zegt dat er met sporen geschoten wordt. Sporen waarvan?
‘Er groeien varens in de Hortus die hun sporen wegschieten. Een varenspore is zo’n 30 tot 60 micrometer groot; een micrometer is duizend keer zo klein als een millimeter. Met het blote oog kun je de sporen nauwelijks zien. Als je wilt zien wat er gebeurt moet je met een microscoop kijken, en met speciale camera’s die 2.000 tot 5.000 beelden per uur kunnen schieten. In Amerika worden camera’s gebruikt die 250.000 beelden per seconde kunnen opnemen. Als je dat vertraagd afdraait zie je mooi de bewegingen die de sporen maken; net ballet. Ook mossen en paddestoelen maken sporen die soms afgeschoten worden. Van zulke camera’s zijn er niet zoveel gemaakt. Veel filmpjes die ik liet zien zijn met dezelfde supercamera opgenomen in Amerika.’
Schieten paddestoelen ver?
‘Niet meer dan een of twee millimeter . De sporen zijn een beetje kleverig. Ze moeten zichzelf daarom van het plaatje wegschieten, maar niet te hard want dan komen ze weer tegen het plaatje ernaast aan. Ook bloemen schieten wel eens. Ik had een filmpje van een bloem die in knop op de Europacup lijkt. Als de knop openbarst schieten de meeldraden, die onder grote spanning staan, naar buiten en knalt een wolk stuifmeel de lucht in. Met een snelheid van zo’n 6 meter per seconde.’ Zaden worden ook wel eens weggeschoten. ‘Soms heel spectaculair, zoals bij een spuitkomkommer of bij de boom waar dit stukje mee begon. Ik had Springbalsemienen meegenomen, maar die werkten niet, ze waren te nat.’
Hoe werkt dat schieten?
‘Op allerlei manieren - alleen niet door een mini-Mexicaanse springboon in te slikken, zoals een van de kinderen opperde. Soms doet een waterdruppel het werk, soms speelt uitdroging een rol, zijn er veerkrachtige cellen of een drukverschil. Denk aan de deuk die je in een voetbal kunt duwen; als je de bal plotseling loslaat schiet hij weg. We weten het niet altijd precies. Door te vergroten en te vertragen kun je veel te weten komen. Ik heb een filmpje laten zien van een mos waarvan het hoedje prachtig werd afgeschoten in een vuurpijl van sporen. Sterk vertraagd afgespeeld ziet dat eruit als als een geest die uit de fles komt. Er is voor deze mossen nog niet goed bekend welk mechanisme voor het afschieten zorgt, al zijn er wel ideeën over. We weten van veel varens ook nog niet hoe snel dat afschieten gaat. Werk aan de winkel voor de komende generatie onderzoekers.’
Was er geknal te horen tijdens je college?
‘Nee, wel heel veel beweging te zien. Van wegschietende sporen, zaden, stuifmeel... fantastisch om te bekijken.’
Wie is kampioen?
‘Er is een tropische boom, Hura crepitans, die zijn zaden wel 40 meter ver kan schieten met een snelheid van 150 kilometer per uur. Da’s harder dan een auto op de snelweg mag; het is vergelijkbaar met de uittrap van een doelman tot ongeveer de helft van het veld! Aan de andere kant van de schaal zijn er planten die minuscule sporen wegschieten tot een afstand van wel 1 mm, met snelheden die niet hoger zijn dan een paar kilometer per uur. Je zou denken dat hoe lichter iets is, des te makkelijker het ver weg geschoten kan worden. Maar het is net als met een sneeuwbal: een stevige bal gooi je ver, een handje losse sneeuw valt na een klein stukje neer. Kleine dingen zoals losse sneeuwkristallen hebben meer last van de luchtweerstand. Twee tot vijf centimeter weggeschoten worden is al een heel eind voor een spore.’
Je zegt dat er met sporen geschoten wordt. Sporen waarvan?
‘Er groeien varens in de Hortus die hun sporen wegschieten. Een varenspore is zo’n 30 tot 60 micrometer groot; een micrometer is duizend keer zo klein als een millimeter. Met het blote oog kun je de sporen nauwelijks zien. Als je wilt zien wat er gebeurt moet je met een microscoop kijken, en met speciale camera’s die 2.000 tot 5.000 beelden per uur kunnen schieten. In Amerika worden camera’s gebruikt die 250.000 beelden per seconde kunnen opnemen. Als je dat vertraagd afdraait zie je mooi de bewegingen die de sporen maken; net ballet. Ook mossen en paddestoelen maken sporen die soms afgeschoten worden. Van zulke camera’s zijn er niet zoveel gemaakt. Veel filmpjes die ik liet zien zijn met dezelfde supercamera opgenomen in Amerika.’
Schieten paddestoelen ver?
‘Niet meer dan een of twee millimeter . De sporen zijn een beetje kleverig. Ze moeten zichzelf daarom van het plaatje wegschieten, maar niet te hard want dan komen ze weer tegen het plaatje ernaast aan. Ook bloemen schieten wel eens. Ik had een filmpje van een bloem die in knop op de Europacup lijkt. Als de knop openbarst schieten de meeldraden, die onder grote spanning staan, naar buiten en knalt een wolk stuifmeel de lucht in. Met een snelheid van zo’n 6 meter per seconde.’ Zaden worden ook wel eens weggeschoten. ‘Soms heel spectaculair, zoals bij een spuitkomkommer of bij de boom waar dit stukje mee begon. Ik had Springbalsemienen meegenomen, maar die werkten niet, ze waren te nat.’
Hoe werkt dat schieten?
‘Op allerlei manieren - alleen niet door een mini-Mexicaanse springboon in te slikken, zoals een van de kinderen opperde. Soms doet een waterdruppel het werk, soms speelt uitdroging een rol, zijn er veerkrachtige cellen of een drukverschil. Denk aan de deuk die je in een voetbal kunt duwen; als je de bal plotseling loslaat schiet hij weg. We weten het niet altijd precies. Door te vergroten en te vertragen kun je veel te weten komen. Ik heb een filmpje laten zien van een mos waarvan het hoedje prachtig werd afgeschoten in een vuurpijl van sporen. Sterk vertraagd afgespeeld ziet dat eruit als als een geest die uit de fles komt. Er is voor deze mossen nog niet goed bekend welk mechanisme voor het afschieten zorgt, al zijn er wel ideeën over. We weten van veel varens ook nog niet hoe snel dat afschieten gaat. Werk aan de winkel voor de komende generatie onderzoekers.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten